Gebruik |
Profylactische behandeling
- 0,3 ml SC 2u voor de ingreep
- 0,3 ml SC/dag gedurende de risicoperiode (min. tot de patiënt volledig ambulant is)
- 1 SC injectie /dag de dag voor de ingreep (12 uur ervoor), de dag van de ingreep (12 uur erna) en dan gedurende de risicoperiode (min. tot de patiënt volledig ambulant is)
- < 50 kg: 0,2 ml tot dag 3, dan 0,3 ml
- 51 - 70 kg: 0,3 ml tot dag 3, dan 0,4 ml
- 71 - 95 kg: 0,4 ml tot dag 3, dan 0,6 ml
- 1 SC injectie /dag de dag voor de ingreep, de dag van de ingreep en dan gedurende de risicoperiode (min. tot de patiënt volledig ambulant is)
- < 70 kg: 0,4 ml
- > 70 kg: 0,6 ml
- Volwassenen
- < 50 kg: 0,3 ml
- 50 - 69 kg: 0,4 ml
- vanaf 70 kg: 0,6 ml
- Kinderen: 300 UI /kg lichaamsgewicht
- Dosisaanpassingen kunnen aangewezen zijn bij dialysepatiënten met een hemorragisch risico
Curatieve behandeling
- Een SC injectie om de 12u gedurende 10 dagen
- < 50 kg: 0,4 ml
- 50 - 59 kg: 0,5 ml
- 60 - 69 kg: 0,6 ml
- 70 - 79 kg: 0,7 ml
- 80 - 89 kg: 0,8 ml
- vanaf 90 kg: 0,9 ml
- 1 IV bolusinjectie van 86 UI/kg, onmiddellijk gevolgd door een SC injectie van 86 UI/kg, dan SC injecties om de 12 u gedurende 6 dagen
- < 50 kg: 0,4 ml
- 50 - 59 kg: 0,5 ml
- 60 - 69 kg: 0,6 ml
- 70 - 79 kg: 0,7 ml
- 80 - 89 kg: 0,8 ml
- 90 - 99 kg: 0,9 ml
- vanaf 100 kg: 1,0 ml
Toedieningswijze
- De site www.thrombosiscare.be bevat een video om de auto-injectie uit te leggen aan de patiënt
- De aanbevolen plaats voor injectie is in het vet van de onderbuik
- De injectie moet gebeuren op minimum 5 cm naast de navel en naar buiten naar de ene of de andere kant
- Kies voor iedere injectie een andere plaats van de onderbuik, afwisselend in de linker- en rechterkant
- Ga zitten of liggen in een comfortabele positie en reinig de gekozen injectieplaats met een alcoholdoekje
- Neem de spuit en verwijder het beschermdopje
- Verwijder de luchtbel niet uit de spuit
- Een eventuele druppel aan de punt van de naald kan men verwijderen door op de spuit, met de naald naar beneden gericht, te tikken
- Neem een huidplooi tussen duim en wijsvinger
- Steek de naald volledig en loodrecht in het dikste gedeelte van de plooi
- Duw voorzichtig op de zuiger van de spuit ; de injectie moet langzaam gebeuren
- Houd de huidplooi vast tot de inspuiting beëindigd is
- Na de injectie de huid niet masseren of afdrukken
- De bijsluiter bevat informatie over de IV injectie
|